Op donderdag 13 augustus dacht ik nog dat ik 2 dagen later zou fietsen van Brussel naar Parijs met Lander (Wantens) en Diedrik (Demulder). Dat we om 6u aan het atomium zouden vertrekken, dat stond vast. Ik verwachtte twee man en een paardekop om ons uit te wuiven. Via een artikeltje in enkele regionale dagbladen zou onze stunt in the picture komen. Op vrijdag 14 augustus kreeg ik echter een zot ik een sms'je van Climate Express voorzitster Natalie Eggermont. Blijkbaar had ze eens diep in de oren van Johan Museeuw gefluisterd (aangezien ze telefonisch afspraken, kon ze hem niet diep in de ogen kijken, nvdr.), want de Leeuw van Vlaanderen had besloten ons op ons tochtje te vergezellen. Hij nam meteen ook knechten Mieke en Ronny mee, terwijl PR-man Stefaan de volgwagen vol proviand bestuurde. Ten slotte was ook het klimaat aanwezig in de gedaante van 'bewolkt'.
Het gevolg: zaterdag 15 augustus stond er meer dan twee man persmeute, waardoor ons vertrek een halfuurtje uitgesteld werd. De paardekop ontbrak, maar dit werd positief gecompenseerd door het aanwezige vrouwelijk Climate Express-schoon, wat ongetwijfeld ook verklaart waarom we Peter Baeyens bij het atomium mochten verwelkomen. Peter wou duidelijk indruk maken door met zijn plooifietsje een heel eind mee te gaan langs het kanaal richting Mons, waar de eerste Trap-het-af etappe eind november zal eindigen. Zijn kaakjes liepen echter snel rood aan, zodat hij rond 7.45u besliste om rechtsomkeer te maken. Dit was ook het moment waarop Johan zijn eerste radio-interview gaf en ikzelf mijn eerste kakske van de dag produceerde. 'Bewolkt' maakte van de gelegenheid gebruik om te veranderen naar 'Sijpeltje'.
Sijpeltje werd al snel regentje en nog veel sneller stortbuitje. Alsof onze klimaat ons met de feiten op de neus wou drukken: "Ah gastjes, jullie dachten een zonnig, zomers ritje naar Parijs te maken. Forget it: 't is herfst!" Zeven uur lang werden we uiteindelijk vergezeld door afwisselend regentje en stortbuitje. Mieke reed daarvan de eerste 130 km mee, waarvoor hoedje af. Haar vent maakte ondertussen vanuit zijn warme wagen foto's van het lijdende 6-tal, plaatste ze op social media, verzorgde de contacten met de Belgische pers en ontpopte zich tot perfecte volgwagenbestuurder. Dankzij hem en Johan kreeg de Climate Express op zaterdag 15 augustus een promotionele boost, waardoor we gerust een oogje dicht kunnen knijpen voor de CO2-uitstoot die de volgwagen tijdens onze rit produceerde (het doel heiligt de middelen, in dit geval). Bovendien gaven de bevoorradingen uit de volgwagen ons de boost om ons door regentje en stortbuitje te slaan.
We verdienden stilaan respect van onze klimaat, waardoor hij wijzigde van koers (woordspelinkje 1): hij werd weer bewolkt. Museeuw vroeg me intussen: "wanneer hadden jullie gepland in Parijs te arriveren?" Toen ik antwoordde: "ik schat rond middernacht", schrok de man zich een hoedje. In zijn hele carrière had de Leeuw nooit met lichtjes gereden, waardoor hij het voor deze epische rit ook niet in zijn strijdplan had opgenomen. Knecht Ronny werd uit de wachtkamer gehaald en ook Johan zelf deed enkele stevige beurten op kop.
Mijn spreekwoordelijk lichtje begon intussen uit te doven, terwijl ook de brandstof van onze volgwagen op geraakte. Terwijl Stefaan ging tanken, kapten wij een koffie voor 1 euro naar binnen. We hadden nog minder dan 5 uur vooraleer de zon onderging en nog 160 km te gaan. Knecht Ronny voelde de (dit keer spreekwoordelijke) bui al hangen en maakte een in eerste instantie goeie redenering: vergeet het 'Trap het af'-parcours, we gaan recht naar Parijs (104 km in vogelvlucht, 140 km via de grote autoroute). Aangezien we geen vogels zijn, zouden we dus genoodzaakt zijn de laatste 94 km op de A2 af te leggen.
Voor mij persoonlijk veranderde vanaf dat moment een heerlijke rit in een hatelijke tocht. Ik had deze dag voorzien als een avontuur, in een mooi panorama langs groene binnenwegen, een ecologische stunt in harmonie met de natuurelementen. In de plaats daarvan werd het plots een race tegen de zon, terwijl we op een kaarsrechte lange weg voorbij gezoefd werden door vervuilende machines (ook wel auto's genoemd). Ik reed bovendien ook nog eens lek, moest dringend aan de kant voor mijn tweede boskakske en geraakte fysiek stilaan echt uitgeput. Toen de autoroute op de koopt toe na 40 km veranderde in een autosnelweg waar we als fietsers niet op mochten werden we genoodzaakt om via binnenwegen Parijs te bereiken. Johan en Ronny geraakten nog meer opgejaagd en toen brak de veer bij mij... dit was niet wat ik me van de dag had voorgesteld.
Stefaan en Diedrik pepten me op en Johan en Ronny accepteerden stilaan dat ze Parijs niet zouden halen. In het donker wouden ze absoluut niet rijden, want zoals later ook zou blijken was dit aartsgevaarlijk. Johan stapte bij schemerlicht in de wagen, terwijl Ronny vanop de fiets met ons genoot van een fantastische zonsondergang. Daarna stapte ook hij in de volgwagen, waarbij hij zijn lichaam (dat gelukkig messcherp staat) nog net tussen de fietsen, bagage en zo goed als lege frigobox kon proppen. Diedrik, Lander en ikzelf zetten onze lichtjes op onze fiets, onze camelback op onze rug en ons gat voor de laatste keer op het zadel. We maakten rendez-vous voor de volgende ochtend met het schitterende kwartet dat met ons de dag had doorgebracht: 9 uur aan de Eifeltoren voor een laatste groepsfoto.
Gekkenwerk was wat de nacht ons bracht: opnieuw fietsen we langs een tweevaksbaan zonder fietspad, levensgevaarlijk. Een andere optie hadden we echter niet, en omstreeks 22u bereikten we heelhuids de Parijse binnenstad. Daar trainden we onze enkels (voeten uit de klikpedalen halen bij elk rood licht) en polsen (remmen en slalommen tussen de cowboys op de weg). Het fietspad in de laatste 500m richting Eifeltoren lag bovendien bezaaid met fotograferende toeristen. Nadat Diedrik een dame vanop het fietspad naar het voetpad verwees (door er keihard tegen te knallen) bereikten we zelf het symbool dat het einde van onze stunt symboliseerde. Wat waren we trots op onszelf! De statistieken mochten er ook zijn: 370 km in 14 uur 10 min., > 26km/u gemiddeld.
Uiteindelijk werden we nog hartelijk ontvangen in de flat van Michael, een groene vriend van Lander. Zondagochtend namen we japannersgewijs fotootjes met Mieke, Stefaan, Ronny, Johan en klimaat 'Zonnetje' bij de Eifeltoren, waarna we van een gezellig ontbijtje genoten. Daarbij werd nog wat gekeuveld over het klimaatprobleem en de reden waarom ook jij, beste lezer, in november met ons mee naar Parijs moet: per trein of bus (1 dag) of volgens ons 'trap het af'-fietstraject (5 dagen):
Het gevolg: zaterdag 15 augustus stond er meer dan twee man persmeute, waardoor ons vertrek een halfuurtje uitgesteld werd. De paardekop ontbrak, maar dit werd positief gecompenseerd door het aanwezige vrouwelijk Climate Express-schoon, wat ongetwijfeld ook verklaart waarom we Peter Baeyens bij het atomium mochten verwelkomen. Peter wou duidelijk indruk maken door met zijn plooifietsje een heel eind mee te gaan langs het kanaal richting Mons, waar de eerste Trap-het-af etappe eind november zal eindigen. Zijn kaakjes liepen echter snel rood aan, zodat hij rond 7.45u besliste om rechtsomkeer te maken. Dit was ook het moment waarop Johan zijn eerste radio-interview gaf en ikzelf mijn eerste kakske van de dag produceerde. 'Bewolkt' maakte van de gelegenheid gebruik om te veranderen naar 'Sijpeltje'.
Sijpeltje werd al snel regentje en nog veel sneller stortbuitje. Alsof onze klimaat ons met de feiten op de neus wou drukken: "Ah gastjes, jullie dachten een zonnig, zomers ritje naar Parijs te maken. Forget it: 't is herfst!" Zeven uur lang werden we uiteindelijk vergezeld door afwisselend regentje en stortbuitje. Mieke reed daarvan de eerste 130 km mee, waarvoor hoedje af. Haar vent maakte ondertussen vanuit zijn warme wagen foto's van het lijdende 6-tal, plaatste ze op social media, verzorgde de contacten met de Belgische pers en ontpopte zich tot perfecte volgwagenbestuurder. Dankzij hem en Johan kreeg de Climate Express op zaterdag 15 augustus een promotionele boost, waardoor we gerust een oogje dicht kunnen knijpen voor de CO2-uitstoot die de volgwagen tijdens onze rit produceerde (het doel heiligt de middelen, in dit geval). Bovendien gaven de bevoorradingen uit de volgwagen ons de boost om ons door regentje en stortbuitje te slaan.
We verdienden stilaan respect van onze klimaat, waardoor hij wijzigde van koers (woordspelinkje 1): hij werd weer bewolkt. Museeuw vroeg me intussen: "wanneer hadden jullie gepland in Parijs te arriveren?" Toen ik antwoordde: "ik schat rond middernacht", schrok de man zich een hoedje. In zijn hele carrière had de Leeuw nooit met lichtjes gereden, waardoor hij het voor deze epische rit ook niet in zijn strijdplan had opgenomen. Knecht Ronny werd uit de wachtkamer gehaald en ook Johan zelf deed enkele stevige beurten op kop.
Mijn spreekwoordelijk lichtje begon intussen uit te doven, terwijl ook de brandstof van onze volgwagen op geraakte. Terwijl Stefaan ging tanken, kapten wij een koffie voor 1 euro naar binnen. We hadden nog minder dan 5 uur vooraleer de zon onderging en nog 160 km te gaan. Knecht Ronny voelde de (dit keer spreekwoordelijke) bui al hangen en maakte een in eerste instantie goeie redenering: vergeet het 'Trap het af'-parcours, we gaan recht naar Parijs (104 km in vogelvlucht, 140 km via de grote autoroute). Aangezien we geen vogels zijn, zouden we dus genoodzaakt zijn de laatste 94 km op de A2 af te leggen.
Voor mij persoonlijk veranderde vanaf dat moment een heerlijke rit in een hatelijke tocht. Ik had deze dag voorzien als een avontuur, in een mooi panorama langs groene binnenwegen, een ecologische stunt in harmonie met de natuurelementen. In de plaats daarvan werd het plots een race tegen de zon, terwijl we op een kaarsrechte lange weg voorbij gezoefd werden door vervuilende machines (ook wel auto's genoemd). Ik reed bovendien ook nog eens lek, moest dringend aan de kant voor mijn tweede boskakske en geraakte fysiek stilaan echt uitgeput. Toen de autoroute op de koopt toe na 40 km veranderde in een autosnelweg waar we als fietsers niet op mochten werden we genoodzaakt om via binnenwegen Parijs te bereiken. Johan en Ronny geraakten nog meer opgejaagd en toen brak de veer bij mij... dit was niet wat ik me van de dag had voorgesteld.
Stefaan en Diedrik pepten me op en Johan en Ronny accepteerden stilaan dat ze Parijs niet zouden halen. In het donker wouden ze absoluut niet rijden, want zoals later ook zou blijken was dit aartsgevaarlijk. Johan stapte bij schemerlicht in de wagen, terwijl Ronny vanop de fiets met ons genoot van een fantastische zonsondergang. Daarna stapte ook hij in de volgwagen, waarbij hij zijn lichaam (dat gelukkig messcherp staat) nog net tussen de fietsen, bagage en zo goed als lege frigobox kon proppen. Diedrik, Lander en ikzelf zetten onze lichtjes op onze fiets, onze camelback op onze rug en ons gat voor de laatste keer op het zadel. We maakten rendez-vous voor de volgende ochtend met het schitterende kwartet dat met ons de dag had doorgebracht: 9 uur aan de Eifeltoren voor een laatste groepsfoto.
Gekkenwerk was wat de nacht ons bracht: opnieuw fietsen we langs een tweevaksbaan zonder fietspad, levensgevaarlijk. Een andere optie hadden we echter niet, en omstreeks 22u bereikten we heelhuids de Parijse binnenstad. Daar trainden we onze enkels (voeten uit de klikpedalen halen bij elk rood licht) en polsen (remmen en slalommen tussen de cowboys op de weg). Het fietspad in de laatste 500m richting Eifeltoren lag bovendien bezaaid met fotograferende toeristen. Nadat Diedrik een dame vanop het fietspad naar het voetpad verwees (door er keihard tegen te knallen) bereikten we zelf het symbool dat het einde van onze stunt symboliseerde. Wat waren we trots op onszelf! De statistieken mochten er ook zijn: 370 km in 14 uur 10 min., > 26km/u gemiddeld.
Uiteindelijk werden we nog hartelijk ontvangen in de flat van Michael, een groene vriend van Lander. Zondagochtend namen we japannersgewijs fotootjes met Mieke, Stefaan, Ronny, Johan en klimaat 'Zonnetje' bij de Eifeltoren, waarna we van een gezellig ontbijtje genoten. Daarbij werd nog wat gekeuveld over het klimaatprobleem en de reden waarom ook jij, beste lezer, in november met ons mee naar Parijs moet: per trein of bus (1 dag) of volgens ons 'trap het af'-fietstraject (5 dagen):